Wat is eigenlijk... 802.11ax?
In 2018 was het weer zo ver: de wereld was dit jaar te gast in Rusland voor het WK voetbal. Maar tijdens het toernooi werd al snel duidelijk dat er de afgelopen vier jaar veel is veranderd in de voetbalwereld. Maar ook andere sectoren zien snelle veranderingen, in de eerste plaats natuurlijk de technologiesector. Zo kwam Alexa in 2016 voor het eerst in Duitse huizen. Het is slechts het topje van de ijsberg van IoT-apparaten die steeds meer hun weg vinden naar Duitse huizen en bedrijven. Om de golf van met internet verbonden apparaten bij te houden, werkt het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE) al enige tijd aan een nieuwe Wi-Fi-standaard: IEE 802.11ax.
Wat is het verschil tussen 802.11ax en 802.11ac?
IEEE 802.11ax, kortweg WLAN-ax, is de opvolger van de IEEE 802.11ac-standaard, die in 2013 werd geïntroduceerd en sindsdien op grote schaal wordt gebruikt. Deze laatste maakte destijds indruk met theoretische transmissiesnelheden van bijna 7 Gbps (900 MB/s), die onder reële omstandigheden echter meestal werden teruggebracht tot 2 Gbps (250 MB/s). 802.11ax haalt onder laboratoriumomstandigheden 4 Gbps meer, namelijk tot 11 Gbps (1,4 GB/s). Hoe snel 802.11ax onder normale omstandigheden is, zal echter pas duidelijk worden na de release van de eerste eindgebruikersapparaten.
Hogere transmissiesnelheden zijn echter niet het hoofddoel van de nieuwe WLAN-standaard. In plaats daarvan richt 802.11ax zich vooral op een ander probleem: Netwerken waarin veel apparaten op één router of AP zijn aangesloten. Deze zijn met 802.11ac nu nog gevoelig voor instabiele verbindingen en trage gegevensoverdracht tussen apparaat en eindpunt. Optimalisatie is daarom niet alleen interessant voor steeds "slimmere" huishoudens, maar ook voor bedrijven met een BYOD-beleid of iets dergelijks. Hoewel WLAN-ax, net als zijn voorganger 802.11ac, zal werken op de 2,4- en 5 GHz-frequentiebanden, zal het vele parallelle verbindingen naar de afzonderlijke eindpunten efficiënter kunnen verdelen. Dit zou vele individuele verbindingen met een apparaat aanzienlijk stabieler moeten maken. Bovendien zou het efficiëntere gebruik van de 2,4- en 5 GHz-banden ook de verbinding moeten verbeteren van eindpunten die op deze frequentiebanden werken maar de nieuwe norm niet ondersteunen.